Het Maartenshof, extramuralisering en verpleegzorg

Na de Tweede Wereldoorlog lag de focus op de bejaardenoorden, waar ouderen graag naartoe verhuisden om met leeftijdsgenoten de laatste jaren door te brengen, zo was de gedachte. Zie hiervoor het venster over het Porta Caeli.

klik voor vergroting

'Vanaf halverwege de jaren zeventig verandert het ouderenbeleid. Het wordt niet langer houdbaar geacht om alle ouderen in een verzorgings- of verpleeghuis op te nemen. In 1975 wordt bepaald dat maximaal 7% van de ouderen in een verzorgings- of verpleeghuis mag wonen (Van Twist et al. 2016). Er is voor het eerst sprake van extramuralisering van de ouderenzorg: ouderen moeten zo lang mogelijk thuis blijven wonen, met ondersteuning van naasten en professionals. Alleen wie zich niet meer zelfstandig kan redden zonder 24-uurs verpleging en verzorging wordt toegelaten tot verblijf in een oudereninstelling. Dat betekent dat je als oudere in een instelling samen komt te wonen met andere zeer zorgbehoevende ouderen. Dat vooruitzicht is een stuk minder aantrekkelijk.'

Citaat uit SCP rapport 'Gelukkig in een verpleeghuis' 2017

Cuijk

In 1980 werd de noodzaak van vervangende nieuwbouw voor het Porta Caeli door het College van Gedeputeerde Staten onderkend. Maar daarmee had Cuijk nog geen nieuw bejaardenoord. Het bejaardenbeleid zette destijds in op kleinschaligheid en dependancevorming. Er was voor het eerst sprake van extramuralisering van de ouderenzorg: ouderen moesten zo lang mogelijk thuis blijven wonen, met ondersteuning van naasten en professionals. Om dit te faciliteren richtte de overheid allerlei zorgvoorzieningen in, zoals de wijkverpleging, gezinsverzorging en aanleunwoningen. In de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw werd de zorg aan huis regelmatig uitgebreid.

Wat ook niet hielp was de door de oliecrisis veroorzaakte bezuinigingsdrang. De hiermee samenhangende bouwstop legde de planontwikkeling bijna geheel stil. Tot september 1984, Porta Caeli werd door de Provincie op de prioriteitenlijst voor vervangende nieuwbouw geplaatst.

In september 1985 kwam het groene licht van de provinciezijde. Uit pure blijdschap werd de grootste kei in Cuijk voorhanden met een gigantische laadschop in de prachtige tuin ter plekke van de nieuwe hoofdingang geplaatst.

270 werkbare dagen waren er nodig om het gebouw te voltooien en toen had Cuijk (weer) een nieuw bejaardenoord. De bewoners van het Porta Caeli konden de vorderingen van achter de ramen in de gaten houden. Het nieuwe gebouw werd pal naast hun huis gebouwd. Iets om naar uit te kijken al vroegen sommige zich af:"Zal ik het nog meemaken?”.

De opening vond plaats op woensdag 11 november 1987, de feestdag van Sint Maarten. Misschien niet geheel toevallig, er was een prijsvraag uitgeschreven voor een nieuwe naam. Het bejaardencentrum wou van de naam Porta Caeli af. Prijswinnende naam, Maartenshof.

Officiële opening van de Maartenshof. Zr Benilda, Pastoor v.d. Pol en directeur J Derks. De inzegening

Een verzorgings- en wooncentrum voor ouderen. Zeven bouwlagen met op de begane grond een keuken, een bestuurskamer, een kapsalon en een activiteitenruimte. Daarboven vier woonlagen voor bejaarden die verzorgd moeten worden en op de zesde en zevende verdieping wooneenheden voor ouderen die nog volledig zelfstandig kunnen wonen. In totaal drieennegentig verzorgingsplaatsen.

Het uitzicht op de Maas en het Reichswald bleef gehandhaafd. Omdat de voordeur gericht was naar de Grotestraat was er tevens een open verbinding met het centrum van Cuijk. Vier dagen waren nodig om alle bewoners door hun eigen familieleden (!) te verhuizen, met bed en bult. Het was even wennen maar al spoedig had nagenoeg iedereen zijn ritme weer te pakken.

Bewoners van het Maartenshof

In de jaren negentig van de vorige eeuw vond het Provinciaal Opbouworgaan Noord-Brabant dat het ‘met de democratisering van de 191 Brabantse bejaardenoorden maar matig gesteld is’. Zo niet in Cuijk, daar was al in de tijd van het Porta Caeli een zeer actieve bewonerscommissie. Volgens toenmalig commissielid Frans van Houtert: “Het Porta Caeli moet een vooruitstrevend bestuur hebben gehad. Als ze een inspraakorgaan instellen zonder dat dat echt vereist is, is er wel degelijk sprake van iets bijzonders.”

En deze commissie bleef lang actief. Aanvankelijk beperkt, meepraten over de begroting deden ze niet, maar allengs kregen ze een steeds dikkere vinger in de pap. Uiteindelijk werd er wel meegepraat over die begroting, als ook over het activiteitenplan en de inrichting van het Maartenshof. Bestuur en commissie zaten niet altijd op een lijn, maar het was volgens eigen zeggen ‘geen vechtclub, maar een overlegclub'.

Van lieverlede werd het wel moeilijker een bewonerscommissie in stand te houden. De overgang van woon- naar zorgoord was daar debet aan. Steeds meer bewoners met een hoge zorgindicatie, met doorgaans maar een kort verblijf (terminale fase van het leven). Die zijn moeilijk te porren voor een lidmaatschap, als dat al mogelijk is.

oud en nieuw bij elkaar

Het oude pand werd gesloopt. De kapel, de aula en het mortuarium bleven gehandhaafd, een blijvende herinnering in steen aan het oude Porta Caeli. De kapel werd een gebeds- en bezinningruimte, open voor iedereen, binnen en buiten het huis. En die kapel staat nog steeds overeind, het heeft intussen ook het Maartenshof overleefd. Het krijgt nu een andere functie en wordt verbouwd tot woningen.

Luchtfoto van de Maartenshof en de Hoge Weidjes en Lage Weidjes (na 1990)

Ook het Maartenshof is passé, vandaag resideren zorgbehoevenden in Castella. Voorlopig is dit 'het verpleeghuis van de toekomst'. De sociale doelstelling is vrijwel geheel verdwenen, de bewoners worden 24 uur per dag omringd door verzorgenden, en de familie komt steeds vaker helpen.

In drie vensters is de ontwikkeling geschetst van de huisvesting voor bejaarden in Cuijk. Van het armenhuis van weleer (voor de ouderen zonder vermogen), via het bejaardenoord van eind vorige eeuw (waarvoor ouderen in de rij stonden), tot het verpleeghuis van nu (waar patienten de laatste dagen van hun leven slijten).

Castella