Beers, den 18 januari 1920
Waarde Zonen en familie,
Het zal u zeker wel benieuwen geen tijding van ons te ontvangen. De reden is dat hier alle verkeer stil staat. De Maas is zooals we gister hoorden in Cuijk aan 13 meter boven A.P.! Terwijl in het rampzalige jaar 1880 de peilschaal aldaar stond aan 12,37! Het ziet er hier dan ook allerverschrikkelijkst uit. Vrijdag nacht kregen wij het water in huis en is tot nu, zondag 2 uren, steeds blijven wassen. Het staat bij ons ongeveer 40 cm in de keuken, wij hebben tot gisteren, zaterdag, nog ondergehuisd, en zijn dezen zondagmorgen pas naar boven vertrokken. De koe hebben we op de hoef gebracht, waar alles uit is en een paard in staat. Vandaag is er in Beers gene mis geweest, wijl de wegen diep overstroomd zijn. Ook bij W Jans zitten ze er diep in doch Marie floddert er maar tot aan de knieën door heen om te melken en te voederen. Onze jongens zijn aanhoudend in de weer om zoveel mogelijk hulp te bieden.
Gisteren waren ze bij A Verbergen waar 2 vette varkens van ieder 300 kilo en twee kleine verdronken zijn. Op andere plaatsen is het nog erger, doch dit zal later eerst blijken als alles weer bekend raakt. Er is geen de minste gemeenschap met de dieren wijl ieder meer dan genoeg met zich zelf te doen heeft. Het is een aanhoudend hulpgeroep doch wijl wij alleen een boot hebben is het onsend gelijk iets van betekenis te helpen. Vrijdag brak de Leuvenstraatse dijk bij Herm Driessen door, overal had men uit alle macht gekeerd, doch ten laatste ging het water over of door de dijken. De menschen hadden in de dijkbroek meer dan 1000 zakken zand geworpen doch niets afgedaan, ook wijl het tenslotte toch overal onderliep.
Dezen morgen kwam hier een boot voorbij waarin de nieuwe secretaris van de Bond Slootmans (Bijenman) welke mij toeriep dat de Maasdijk te Cuijk en ook de spoordijk tusschen Cuijk en Katwijk doorgebroken zijn. In Cuijk zaten ze reeds zaterdag in de geheele Grotestraat in het water, ook bij tante Miek en bij de koster doch daar hebben we verder niets meer van gehoord. Ge kunt wel begrijpen hoe het er in Cuijk zal uitzien daar ze meer dan 3 kwart meter hoger water hebben dan in 1880! Ik zit hier op den zolder met potlood te schrijven wijl mijn schrijfgereedschap in de kamer staat en ik daar niet bij kan komen. Een dragend varken hebben we geplaatst op de opkamer aan het voeteneind van ons bed. de andere twee, vette, voor het raam van de bakkerij op den voorstal. De geit en de konijnen op de zolder, hond en kat dito. We hadden een 30 kippen doch weten niet wat hun lot is, we hooren een haan kraaien, doch kunnen er niet bijkomen om te zien hoe het er mee staat, de bijen staan op de bovenste plank, doch staan zowat in 't water; wat dit geven zal weten we evenmin.
Er is in Beers, zoo ik denk geen 100 meter land meer bloot en van de huizen geen 20 die het water niet binnenliep. Gisteren is pastoor de Quay gestorven doch kan natuurlijk niet begraven worden, wijl het kerkhof ook onder water staat. ge begrijpt hoe ellendig het is zoo te zitten, doch wat moet het voor die arme menschen wel zijn die in het hooi of op een wrakke zolder zittenmet het vee tot aan den buik in het water en niets of niet veel te eten hebben! Er schijnen meer doorbraken te zijn want het water stroomt tusschen het huis en de molen door met het geweld van eene groote rivier en komt van Cuijk of Oeffelt en niet vanaf Linden waar het anders vandaan komt. Tusschen Beers en Cuijk staat de grindweg overal onder water. In Cuijk moet het allerverschrikkelijkst zijn! Wijl het meeste water maar tot de spoorlijn kan en dus eene groote diepte moet overbruggen.
Op het oogenblik (circa 3 uur) meenen wij dat het iets begint te vallen, ook vertelde Slootmans dat er overal val gemeld werd. 4 uur, zooeven komt hier weer een boot voorbij en riepen de inzittenden ons toe dat er tusschen Cuijk en Katwijk meer dan 60 meter spoordijk was weggeslagen zoodat treinenloop geheel stilstaat. Bij Henri ? zijn 3 runderen en een varken verdronken. Paul en G Arntz zijn zoo even thuisgekomen en brachten een verdronken varken mede van ongeveer 100 kilo, van wie het is weten wij niet, doch zullen het den Burgemeester laten weten om zoo het kan den eigenaar weer te geven. Hoe later het wordt hoe meer treurige berichten binnenkomen. Bij Jans was alles nogal goed doch wijl wij zaterdag niet konden bakken kregen ze honger, wij hadden hen nog een halve mik kunnen brengen en brood hadden ze nog wel. De treinen rijden, zoo men zegt, tot aan de dijkbroek, de bielsen hangen over eene groote lengte in de lucht en de passagiers moeten met booten overgebracht worden. Cor en Vincent en Jo hadden een vlot gemaakt en zijn even naar de kippenkooi geweest, doch konden niets uitvoeren wijl het water te diep was. Vincent zag er drie voor het raam zitten, die leefden toch in ieder geval nog.
Morgen als de boot thuis is, zullen we wel nader onderzoek instellen. Bij Hent Martens is, zoo men zegt, het huis ingevallen, doch zijn zoover men weet, geen ongelukken voorgekomen. Wat nogal meevalt is, dat het niet vriest of hard waait, dan zou het nog erger zijn. Dan was het zeker dat vele van die zwakke huisjes omverwaaiden. Maandag 8 uur. Dezen nacht is het water iets gevallen, zoo wat 3 cm. zoodat we weer wat asem krijgen. We hebben in de kippenkooi gekeken en was alles in orde, er was maar een haan verdronken. Mijn plan is om vandaag naar Nijmegen te gaan om een of meer boten te kopen doch weet nog niet of ik er zal kunnen komen. Ik zal zoo spoedig mogelijk weer zien te schrijven met dan wel weer meer nieuws. Ik zal dezen brief meenemen dan kan ik hem hier of daar op post doen. Laat dezen ook Toos enz. lezen en hebt ge een bevriend krantenuitgever, die ook, wie daaruit een goed krantenartikel zou kunnen halen.
Denk niet dat ik iets overdrijf! Het is veel, veel erger! Als we hier op uwe slaapkamer of boven op den molen zitten en rondkijken zien we een onafzienbare oceaan met hier en daar een huis tot aan het dak in het water en boomen soms tot aan de kruin in het water. Ik zal maar eindigen, de jeremiades worden te lang. Na vele groeten van ons allen die het nog zeer goed maken (behalve de waterellende natuurlijk) blijf ik,
Uw vader enz.
AJ v Riet