Lichten doven en veergeld gereedhouden
Het Katwijkse en Cuijkse motorpontveer
De veerdiensten Katwijk – Mook en Cuijk – Middelaar. Eeuwenlang de vlugste (en kortste) verbinding tussen Oost-Brabant en het Rijk van Nijmegen. Dat hadden de Romeinen al door, maar die gaven de voorkeur aan een brug. Dat was weersonafhankelijk en je kon het in beide richtingen tegelijk gebruiken. En zo denken we er nu weer over; de A73, het spoor en (binnenkort) de fietsers hebben een eigen vaste oeververbinding. Einde veerpont?
In rood citaten uit Sentas Ballade,
De Vliegende Hollander, Richard Wagner.
Senta:
“Traft ihr das Schiff im Meere an,
blutrot die Segel, schwarz der Mast?
Auf hohem Bord der bleiche Mann,
des Schiffes Herr, wacht ohne Rast.”
Een veerpont vergelijken met het schip van de Vliegende Hollander gaat wat ver. De schippers op onze veerdiensten waren niet vervloekt, noch op zoek naar een vrouw die ze tot in de dood trouw zou blijven. Toch zijn er parallellen. Ook zij trotseerden weer en wind, de kost gaat immers voor de baat uit. Ook zij verdwenen af en toe van het toneel, om later weer terug te keren. En ook zij zochten steun bij een persoon op het land, niet een vrouw die ze kon verlossen, maar politici die bereid waren de diensten te ondersteunen.
Bij het ontbreken van bruggen zijn veren belangrijk voor het lokaal verkeer en een onmisbare schakel in langeafstandsroutes. Na het vertrek van de Romeinen werd hun brug verwaarloosd en zelfs gesloopt. De stenen werden hergebruikt voor gebouwen. Daarna zullen er ongetwijfeld bootjes gevaren hebben tussen Cuijk en Limburg, maar de eerste vermelding dateert pas van 1391. Alles rondom deze veerdiensten was streng gereguleerd. In ruil voor vrije overvaart bijvoorbeeld moesten bewoners van Klein-Linden bij hoog water de boot aan land trekken. En de Kruisheren hadden voor zichzelf geregeld dat ze voor een symbolisch bedrag (10 stuivers) het hele jaar van het veer gebruik konden maken.
Na de juli-revolutie van 1830 in Frankrijk braken ook in de Zuidelijke Nederlanden ongeregeldheden uit. Voor koning Willem I reden om het Katwijkse en Cuijkse veer uit de vaart te nemen, zij verbonden immers Brabant met het onbetrouwbare Limburg. Dit duurde zelfs tot 1837, een nare ervaring voor deze streek.
Cuijk – Middelaar
Gezicht op Cuijk vanaf de overkant van de Maas.
loskade oostzijde voor 1911
God met ons IV (ca 1970)
Dit veer wordt voor het eerst genoemd in 1388. Waarschijnlijk heeft het al die tijd, tot 1988, gevaren tussen de Cuijkse veerstoep waar nu de passantenhaven ligt en de nog steeds zichtbare veerstoep aan de Limburgse kant. Zoals bij alle grotere veren stond er aan de Cuijkse kant een veerhuis, later Hotel Sadelhoff.
Door de aanleg van de Maasboulevard werd het Cuijkse veer minder goed bereikbaar voor automobilisten. Zij weken uit naar het Katwijkse veer. Reden voor eigenaar De Erven Fest B.V. om op 31 maart 1982 het Cuijkse veer ‘God met ons IV’ uit de vaart te nemen, het was niet meer rendabel. Dit had grote gevolgen voor de niet-automobilisten. Fietsende werknemers, recreanten en met name scholieren uit Mook, Middelaar en Milsbeek moesten kilometers omfietsen, en dat terwijl ze van huis uit de kerktoren van Cuijk goed konden zien.
Pontje Andre Juli 1986
pontbaas T. Schiks
Om deze passagiers tegemoet te komen wordt de dienst in 1984 hervat. Eerst door de Stichting ‘Heen en Weer’ met het voetpontje ‘André’, later met een nieuwe veerbaas, de firma Paulus. Die maakte er in 1987 met de kabelpont ‘Spes Vera’ weer een volwaardige veerdienst van.
In overleg met Rijkswaterstaat zijn toen ook de veerstoepen verlegd. De oude veerstoepen lagen in een bocht, zodat het zicht op naderend scheepvaartverkeer slecht was. Nu liggen de veerstoepen aan een recht stuk rivier, ter hoogte van het huidige zorgcentrum Castella.
De oude veerstoepen
V.l.n.r. café Bellevue, oude raadhuis, St. Martinuskerk, oude toren en op de voorgrond de kabelpont.
Deze pont is tot op heden in gebruik. Het is ook opgenomen in de 2-daagse NS-wandeling Mookerheide. En wie tijdens een mooie zomerse zondag over de Maasboulevard flaneert is getuige van grote groepen fietsers die de oversteek van of naar Cuijk maken omdat de veerpont letterlijk een brug slaat tussen de knooppuntroutes voor fietsers in het Brabantse en in het Limburgse land.
Katwijk – Mook
Het veer en de veerrechten van Katwijk waren van af ca 1910 in eigendom van de familie de Wildt. In 1941 werd het veerpontbedrijf aangekocht door Joh. Fest. De Erven Fest B.V. werd in 1958 ook eigenaresse van het veerpontbedrijf Middelaar-Cuijk, daarvoor was het eigendom van de familie Telkamp.
In Katwijk heeft lange tijd de ‘God met ons III’ gevaren. Een zelfvarende pont die ook bij hoog water nog lang in de vaart bleef. Deze drukke oeververbinding zette over van ’s ochtends 7 tot middernacht. Met de opening van de A73 (met brug over de Maas) werden eerst de onrendabele tijden geschrapt en uiteindelijk de hele veerdienst.
Guusje Peters en Wes Gademann de veermannen in Cuijk en Katwijk op de "God met ons" genoemde ponten.
Senta:
“Bei bösem Wind und Sturmes Wut
umsegeln wollt' er einst ein Kap;
er flucht' und schwur mit tollem Mut:
In Ewigkeit lass' ich nicht ab!”
Uit de vaart betekent echter nog niet dat de pont tot schroot verwerkt wordt. Nederlandse veren gaan lang mee en worden na gebruik hier elders ingezet. Zowel de ‘God met ons III’ als de ‘God met ons IV’ verhuisden naar Duitsland. Na de val van de Muur was de Elbe niet langer een grensrivier en konden ze vele jaren de Elbe-dienst onderhouden. De ‘God met ons III’ is nog een keer teruggekeerd, maar werd anderhalf jaar later verkocht aan Ieren. Die hadden een veer nodig voor de verbinding van Valentia Island met het Ierse vasteland. 6 avontuurlijk ingestelde mannen van dit eiland brachten de veerboot via Zeebrugge en het eiland Wight naar het uiterste zuid-west-puntje van Ierland. Hierbij voer de veerboot op eigen kracht door het drukke Kanaal! Voor zichzelf hadden de mannen een stalen hutje op het dek gemonteerd. De Ieren waren heel tevreden met het veer. “Een hele beste boot” volgens Valentia Ferry manager Richard Foran. Uiteindelijk hebben ze er nieuwe motoren ingezet, maar omgedoopt is het nooit. En zo kunt u op een zomerse dag in het westen van Ierland zomaar de Katwijkse pont tegenkomen met de naam ‘God met ons III’.