Missionarissen kunnen nog steeds de weg wijzen

Rotsvast geloof en onbaatzuchtig ontwikkelingswerk

Lange tijd waren katholieken in Nederland tweederangsburgers, Nederland was immers het land van de Reformatie met een calvinistische mentaliteit. Maar zo ergens in de negentiende eeuw begon de emancipatie van de katholieken, en daarna ging het hard. In de eerste helft van de twintigste eeuw vormden ze al de grootste kerkelijke groep. In 1960 telde Nederland bij een volkstelling ruim 40% katholieken. Het katholicisme groeide uit tot een bastion van zelfverzekerdheid en expansiedrift, ook buiten de landsgrenzen.

Nederlandse katholieken hadden internationaal een goede naam; loyaal aan het Vaticaan, strikt in het geloof, offervaardig en ‘hofleverancier’ van een zeer groot aantal missionarissen (in 1963 is zelfs een op de negen missionarissen Nederlander). Veel daarvan kwamen uit Brabant, een aantal uit Cuijk.

pater Joh vd Heijden vlak voor zijn vertrek naar de missie in Flores

pater Joh vd Heijden vlak voor zijn vertrek naar de missie in Flores

Ze werden wereldwijd uitgezonden voor hun missiewerk; bijvoorbeeld in Nederlands-Indië, Noord-Amerika, Congo en Brazilië. Dat was niet altijd zonder gevaar, een op de tien overleed binnen twee jaar na aankomst. De meesten door ziekte, anderen door oorlogsgeweld of door rebellen. Een triest voorbeeld daarvan is het bloedbad in Congo in 1965 waarbij 31 geestelijken omkwamen onder wie 14 Nederlanders.

(Riek van Duijnhoven) zuster Marie-José (links vooraa) op de missiepost in Muetsi ca. 1960

(Riek van Duijnhoven) zuster Marie-José (links vooraa) op de missiepost in Muetsi ca. 1960

Maar de Nederlandse missiegeest was groot. Overal in Nederland zamelden katholieken kleding in en zilverpapier, zilverpapier leverde geld op omdat het gerecycled kon worden. Er kwamen ook talrijke geïllustreerd tijdschriften op de markt vol verhalen en foto’s over het missiewerk. Ook de bekende missiebussen werden goed gevuld. De MIAM (missie actie Martinusparochie) was een begrip in Cuijk. Doel van de MIAM: het inzamelen van gelden bestemd voor de Cuijkse missionarissen en zusters werkzaam in de ontwikkelingsgebieden van de Derde wereld. In ongeveer 18 jaar wist de MIAM maar liefst 350.000 gulden in te zamelen!

Missionaris

Het tijdperk tussen de twee wereldoorlogen (het interbellum) wordt gezien als het begin van het gouden tijdperk voor de missie. De opleiding en de medische zorg verbeterde. In Nederland kwam er een Missiezondag, een Missieweek, een Missiemuseum en zelfs een leerstoel missiologie. Het missiewerk bleef niet zonder resultaat. In een kleine dertig jaar (1923 – 1953) steeg het aantal katholieken in de honderden missiegebieden van 1 naar 30 miljoen. Met het Congolese drama kwam er een kentering. Alleen zieltjes winnen was niet meer genoeg, dienstbaarheid werd onderdeel van de verkondiging. Zendingsdrang ging geleidelijk over in ontwikkelingswerk.

LP verkoop

Helaas ligt het werk van deze mannen en vrouwen de laatste tijd onder vuur. Ze krijgen het stigma van ‘witte onderdrukkers’, racisten in dienst van een megakoloniaal bewind. Natuurlijk, de zending ging soms gepaard met laakbare praktijken en minachting voor de lokale cultuur. Hiermee wordt ze wel groot onrecht gedaan, vind vandaag de dag nog maar eens mensen met zoveel oprechte naastenliefde die bovendien hun hele leven zo nederig in dienst stellen van de medemens. Zij brachten niet alleen het geloof maar zorgden ook voor onderwijs, gezondheidszorg, infrastructuur en landbouwmethodes. Hadden ze dan maar thuis moeten blijven?

(Riek van Duijnhoven) zuster Marie-José op de missiepost in Muetsi ca. 1960

(Riek van Duijnhoven) zuster Marie-José op de missiepost in Muetsi ca. 1960

In de voormalige missiegebieden is het beeld van onze missionarissen helemaal niet eenduidig negatief. Ze waren verre van radertjes in de koloniale machine. Missionering was weliswaar een collectieve onderneming, maar leunde sterk op doortastende individuen, mannen en vrouwen. Ze stonden altijd dicht bij de lokale gemeenschap en leerden omgaan met meningsverschillen, generatieverschillen en alle van buiten komend onheil. Dat komt ook vandaag de dag nog goed van pas. Missionarissen kunnen ons nog steeds de weg wijzen.

De meesten zijn vergeten, velen zijn geëerd met markers (standbeeld, straatnaam enz.) en die mogen blijven.

Foto afkomstig uit de collectie van de MIAM (Missie Actie Martinusparochie)

Foto afkomstig uit de collectie van de MIAM (Missie Actie Martinusparochie)

Cuijkse zendelingen (limitatief):

Zuster Plechelma, Johanna Antonia Fransman

Ruim 30 jaar missie in Indonesië (inclusief 3 jaar kamp), Floris en Timor. Heeft zich jarenlang met veel ijver en toewijding gegeven aan de vorming van vrouwen en meisjes in het huishoudonderwijs, vooral op de naaischool.

Gijs van der Heijden

40 jaar armoede en gevaren in India, daarna nog een aantal jaren werkzaam als pastoor van een parochie in Canada en tevens aalmoezenier van de plaatselijke gevangenis.

Jo van der Heijden

Missionaris op Lombok, Indonesië. Na een korte onderbreking naar Congo gezonden.

Jan Verstralen

Bijna een halve eeuw tussen de Daja’s van Borneo gewerkt. Na verblijf in een Jappenkamp trok hij weer van nederzetting naar nederzetting om alles wat verwoest was op te bouwen.

Theo Cuijpers

Realiseerde een kerkgebouw en zorgde ervoor dat een schooltje in een aantal gesloten winkels ondergebracht werd. Het meubilair vervaardigde de parochianen zelf. Zijn parochie in Fortaleza in Brazilië telde 30.000 inwoners.

Broer en zus (Wilhelmina Johanna) van Duijnhoven

Zuster Adjuta van Duijnhoven slaagde erin een bloeiende missiepost (Belo Horizonte) van de grond te krijgen, met een zesklassige school, een middelbare school, een ziekenhuis met kraamafdeling, een tehuis voor tbc-patiënten, een tehuis voor gehandicapte kinderen en een weeshuis. Allemaal midden in de oerwouden zonder goede verbindingen, petje af.

Foto afkomstig uit de collectie van de MIAM (Missie Actie Martinusparochie) Zuster Adjuta van Duijnhoven (Cuijk)

Foto afkomstig uit de collectie van de MIAM (Missie Actie Martinusparochie)
Zuster Adjuta van Duijnhoven (Cuijk)

Pater van Duijnhoven werkte 10 jaar op de post Belém in Noord-Brazilië. Een parochie zo groot als de provincie Utrecht. Met paard en boot bereikte hij de boeren en vissers voor zielzorg. Nog eens 10 jaren in Campo Belo en later nog in de sloppenwijken van Rio de Janeiro.

Bernadet Caspers

Werkzaam in Brazilië

  1.     Schepens

Jakarta Indonesië

  1.     Ebben

Indonesië

Brigitte Fijneman

Indonesië

  1.     Kroes

Brazilië

  1.     Rutten

Congo

José van Duynhoven

Congo

Gorcia van Duynhoven

Aruba

  1.     v.d. Bosch

Curacao

Hugolinus Nuyen

Afrika

Augustinus Keijzers

Brazilië

Foto afkomstig uit de collectie van de MIAM (Missie Actie Martinusparochie). Zuster José van Duijnhoven in Zaïre

Foto afkomstig uit de collectie van de MIAM (Missie Actie Martinusparochie). Zuster José van Duijnhoven in Zaïre

Foto afkomstig uit de collectie van de MIAM (Missie Actie Martinusparochie). Pater Cuijpers te Fortaleza Brazilië

Foto afkomstig uit de collectie van de MIAM (Missie Actie Martinusparochie). Pater Cuijpers te Fortaleza Brazilië