Een eijlant tussen Moock en Catwijck
Sommige beweren dat de vaderlandse geschiedenis geschreven wordt in Amsterdam, Hollando-centrisch. Kan waar zijn en is niet erg, wij vullen dat wel aan en dat heeft niets met een Calimero-gevoel te maken. De slag om de Mookerheide wordt niet herdacht bijvoorbeeld. Dat zal te maken hebben met de verpletterende nederlaag van de oranje’s. Om dezelfde reden wordt er weinig aandacht besteed aan het beleg van Grave in 1674. Ook daar leden de Staatsen grote verliezen.
Toch zijn beide gebeurtenissen erg interessant voor onze canon. In beide verhalen duikt een eiland op, de Middelweert. Tot aan de Tweede Wereldoorlog lag er namelijk tussen Katwijk en Mook een eiland.
Een eiland dat verdween
Wie nu op de Maasdijk bij Katwijk staat ziet dat de uiterwaarden daar breder zijn dan bij Cuijk of verderop naar het westen. Die brede strook weilanden was tot het voorjaar van 1939 een eiland, de Middelweert. Een flink eiland (ongeveer 7 hectare groot) dat ooit nagenoeg midden in de Maas lag.
Bij lage waterstanden konden de bewoners met paard en kar Katwijk bereiken, bij zeer lage waterstanden zelfs Mook. Om de rivier ook in de zomer bevaarbaar te hebben werd de rivierarm tussen het eiland en Mook verbreed en uitgediept. Hierdoor schoof het eiland geleidelijk op naar de Katwijkse kant. Daar scheidde een sloot, ook wel 'de Strang' genoemd, het eiland van het vaste land. Bij noodweer of ijsgang op de Maas was deze Strang een toevluchtsoord voor schepen, ook de veerpont kreeg er dan een ligplaats. De ligging van het eiland maakte het ook zeer geschikt voor het heffen van (Maas)tol en accijns.
Bij de aanleg van de spoorlijn Nijmegen-Venlo en de daarmee gepaard gaande afsluiting van de Bovenmond van de Beerse overlaat in 1882 kocht de Staat een gedeelte van het eiland. Hiervoor én ter verbetering van het scheepvaartverkeer werd het eiland aan de Mookse kant gedeeltelijk afgegraven. In 1930 verwierf de Staat ook de rest van het eiland; het hele eiland werd toen verlaagd tot 8m +NAP en in 1939 tenslotte werd de Strang gedempt.
Zo verdween 'een schoon en welgelegen eijlant tussen Moock en Catwijck gelegen, bestaende uit huijs, hoven, boomgaert van fruijten en weijlant met de geregtigheijt van vissereije aldaer so verre als daerbij van outs geweest is'.
Weinig herinnerd nu nog aan het eiland en dat is jammer. De Middelweert kende een roemruchte geschiedenis. Het eiland speelde zowel in de Slag om de Mookerheide in 1574 als in het beleg van Grave in 1674 een rol.
Leest u even mee:
Krijgrumoer aan de oevers van de Maas
12 april 1574. Na een tocht van twee dagen uit Zuid-Limburg arriveert een Spaans leger te Cuijk. De volgende dag vertrekt het hoofdleger weer uit Cuijk, om nabij 'den Tempel' in Overasselt een brug over de Maas te slaan. Een twintigtal soldaten wordt gelegerd te Katwijk. In de loop van de volgende dag komen de legers van Lodewijk en Hendrik van Nassau, zeer vermoeid van de 'zware marschen der laatsten dagen' bij Mook aan. Dit leger zal weinig rust krijgen. De Spaanse bevelhebber, goed op de hoogte van de lichamelijke gesteldheid van de vijand, geeft aan de in Katwijk gelegerde Spaanse soldaten opdracht om 's nachts van af het eiland verschillende malen met veel kabaal groot alarm te slaan. Het al zeer vermoeide Nassause leger werd daarmee alle rust onthouden. Het Spaanse hoofdleger intussen sliep de slaap der onnozelen bij Overasselt.
In de morgen van 14 april ontbrandt het gevecht. De legers van Lodewijk en Hendrik lijden een verpletterende nederlaag en beide aanvoerders sneuvelen. Volgens deskundigen van die tijd hebben de in Katwijk gelegerde soldaten een zeer groot aandeel gehad in die overwinning. De krijgslist van de Spanjaarden was volledig geslaagd. Nog steeds hebben de Hollanders moeite deze slag om de Mookerheide te herdenken.
Strijd om Grave
1674. Luitenant-Generaal Rabenhaupt wordt door de Staten aangezocht de belegering van Grave op zich te nemen. De Staten wilden kostte wat het kostte de vesting weer in hun bezit hebben. De bezetting van Grave stond onder bevel van Kolonel Chamilly. Om deze vesting te bevoorraden werden in het hele Land van Cuijk goederen en vee gevorderd. Deze werden in Cuijk opgeslagen met de bedoeling ze per schip over te brengen naar Grave.
Rabenhaupt zond van uit Nijmegen Majoor Boot met ca 200 man naar Mook om de Middelweert te bezetten. Daar kon men makkelijk de schepen, bestemd voor het Franse garnizoen in Grave, onderscheppen. Op 16 juni bezetten de Staatse legers het eiland en konden daar 5 schepen met wijn voor Chamilly aanhouden. Dat pikte Chamilly niet en een grote slag op en rond het eiland was het gevolg. Het viel echter niet mee de Middelweert te veroveren. Tot twee maal toe wisten de Staatsen de Franse aanvallen af te slaan. Bij de derde groots opgezette aanval met ruiters en infanterie lukte het de Fransen de Staatsen van het eiland te verdrijven. Hierbij vielen aan beide zijden veel doden en gewonden.
Attacque der Fransen op de Middelweert.
Rabenhaupt, op de hoogte gesteld van de zware strijd, begaf zich met een afdeling Huzaren naar het strijdtoneel. Te laat, hij kon nog net aanschouwen hoe het restant van zijn detachement als gevangenen in Mook aan land werd gezet.
Hierna keerde de rust terug op het eiland. Het eiland is bewoond gebleven tot in de jaren twintig van de negentiende eeuw. In de achttiende eeuw was het eigendom van Everdine Jacobe Wilhelmine, vorstinne van Anhalt enz enz.. Ter nagedachtenis aan haar is het eiland ook wel Everdineweerd genoemd, nu een straatnaam in Katwijk. Omstreeks 1790 woonde er Jan de Wildt die een steenoven exploiteerde. Zijn dochter Alegonde huwde Gerardus Cloostermans, die in 1862 genoemd wordt als steenfabrikant op de Middelwaard. De familie Cloostermans was de laatste die het eiland bewoonde.