Cuijkse kermis
Een rumoerige volkscultuur
September is traditioneel de kermismaand van Cuijk. Als ik het goed heb start die in het weekend van de eerste zondag na de eerste dinsdag. Kermis, een kort woord, maar met een omvangrijke betekenis.
Het hangt wel een beetje van je leeftijd af en je maatschappelijke positie (gezagdrager versus de rest) of je de kermis waardeert. Een baby of peuter heeft nog niet zo veel met de kermis, maar van af een bepaalde leeftijd gaat het kriebelen. Dan is het een woord dat staat voor vertier, vreugde, pret en blijdschap. Dat blijft een hele tijd zo tot dat er ander vertier komt en de betekenis alras vermindert.
Tegenover de genieters staan de gezagdragers. Zij zien vooral onrust, dronkenschap en vechtpartijen. Kermisruzies waren berucht en liepen nogal eens uit de hand. De kermis kreeg dan ook al snel met een repressieve overheid te maken. Op de schilderijen van Pieter Breughel de Oude en Adriaen van Ostade zien we dansende, zingende en vooral drinkende kermisvierders. Tijdverspilling en immoreel gedrag volgens het gezag. Bij de wereldlijke overheden is er vaak nervositeit op alle niveaus over de overdaad aan kermissen en overdaad op de kermis. Al in de tijd van van Keizer Karel V (1531) was er een verordening om alle kermissen op een dag te houden. Met het idee van, een dag rotzooi, de rest van het jaar rust. Maar de kermis verdween niet, het jaarlijks ritme verzekert de kermis zelfs van een vaste plaats in ons collectieve geheugen.
Cuijkse kermis in 1956, dat jaar voor het eerst gehouden op het nieuw marktplein
In oorsprong is de kermis een jaarmarkt met een grote toeloop. Waar veel volk is kan je geld verdienen. Artiesten kwamen op de kermis af om een graantje mee te pikken. De wortels van de kermis gaan terug tot oude tradities van religieuze oogstfeesten, georganiseerd rond belangrijke jaarmarkten. Deze jaarmarkten werden door de kerk ingebed in de religieuze kalender. De volksfeesten combineerden religieuze vieringen met handel en vermaak. In Frankrijk is het een foire, in Engeland faire en de Vlamingen spreken van een foor. Woorden afgeleid van het latijnse feria, dat feestdag betekent. Tegelijk betekenen die woorden ook markt. Foorkramer of forain (kermisexploitant) kan teruggaan op het latijnse woord foras, wat ‘vreemde’ of iemand die van ver komt’ betekent. Ons woord kermis (kerk-mis), kermesse in Frankrijk, kermis in Engeland en Kirmes in Duitsland onderstrepen de godsdienstige origine. Uit deze mix zal de huidige kermis gegroeid zijn.
Fam. Jaspers, fam. van Rensen, oma en opa van Uden (kermis Cuijk 1949)
Deze foto’s zijn afkomstig van Marlies Jasper-Houben
In en vlak na de middeleeuwen waren er naast de handelaren, jongleurs, kwakzalvers, berentemmers, waarzeggers, vuurspuwers en muzikanten. Later aangevuld met ‘bijzondere mensen’ zoals lilliputters, de sterkste man/vrouw, Siamese tweelingen en (lang voor het songfestival) de vrouw met de baard (zij heette madame Coffullia, het bewijs van echtheid was afgegeven door vooraanstaande medici in Utrecht!).
De kermis zoals we die nu kennen is echter vooral schatplichtig aan de industriële revolutie en de daarmee samenhangende mechanisatie. In de negentiende eeuw waren, met name in de steden, theatershows op de grens van magie en populaire wetenschap het belangrijkste onderdeel van de kermis. De handelsactiviteiten hadden zich verplaatst naar de winkels en warenhuizen. Van af dan vond men op de kermis vooral plezier. Het volksvermaak verdrong ook gaandeweg de religieuze oorsprong. Het werd een fun fair met vertier en educatie. Er waren nu cinema’s met films over de nieuwste uitvindingen, anatomische en etnografische musea, kijkkasten en diorama’s. Wetenschap en technologie werden geïntegreerd in de oude culturele tradities.
Het publiek kon via de kermis kennismaken met spectaculaire uitvindingen zoals barometer, thermometers, vergrootglazen én de fotografie. Op de kermis kon je voor het eerst portretfoto’s laten maken. Ook nu is de kermisfotograaf nog steeds actief, maar dan als straatfotograaf.
Na de Tweede Wereldoorlog krijgt de huidige kermis zijn vorm. Moderne mechanische attracties bepalen sindsdien het beeld van de kermis: het reuzenrad, de schommels, de rups, de botsauto’s. Een paar zijn gebleven, andere inmiddels vervangen door verbeterde versies. Hiermee verschoof ook de beleving van de kermisgast. Van passief, kijken en verwonderen, naar actief, zelf alles ondergaan, steeds sneller en hoger.
Zo is de kermis door de eeuwen heen voortdurend veranderd. Maatschappelijke ontwikkelingen en de verwachtingen van het publiek noopten de kermisklanten de attracties voortdurend aan te passen en mee te gaan met de modes.
Van dorpsfeest en jaarmarkt via educatief vermaak in de negentiende eeuw naar de mechanische turbo-attracties van nu. Wat bleef is het spektakel en de behoefte om even alle zorgen te vergeten.
Hans Peters